Verslag(je): Gravelageland

Ik heb het nog nooit gedaan

dus ik denk dat ik het wel kan (*)

Dat slaagt dus voor mij op twee zaken: ik had nog nooit een echt lange gravel-rit gereden, én bijgevolg had ik er dus ook nog nooit een verslag van geschreven. Het eerste is me vorige zaterdag gelukt (hoewel de laatste 15 km, om het op z’n Lampaert’s te zeggen, “skarten” waren), van het tweede is dit de poging 🙂

In verspreide slagorde (want sommigen auto, anderen trein) vertrokken we richting Aarschot, met het vooruitzicht een behoorlijk zweterige dag te gaan beleven, het kwik gaf om 9u30 al 27°C aan. Na op de stationsparking aldaar alle 11 deelnemers opgezadeld te hebben, konden we rond 10u30 aan het verhaal beginnen. Nick kondigde aan dat er, zoals in elk goed verhaal, een begin, een midden en een slot zou zijn, dat was al geruststellend. Het midden kon echter al dan niet avontuurlijk of teleurstellend uitvallen, aangezien het over onverkend terrein ging. On vera…

Wat zeker wel goed zat, was de spanningsboog. De inleiding bestond uit fijn cruisen langs het water, af en toe een helling en veel gravel. Het middendeel bracht nog veel meer gravel, wat zwaardere hellingen en al wat meer technische stukken. Om uit te monden in een slot met behoorlijk pittige, maar o zo plezante afdalingen doorheen holle wegen (pro-tip: voorzie een bril die niet te hard verduistert voor zulke avonturen, bij momenten voelde het als quasi blind naar beneden denderen).

De middagpauze verliep lichtjes anders dan gepland; het in het roadbook opgenomen café Moderne had ervoor gekozen deze zaterdag niet open te zijn op de middag… jammer, want er was ons een voortzetting van de studie der Vlaamse volkcafés beloofd, dat ging nu niet door. Even verderop vonden we dan wel een fietscafé, waar de eerder bizarre regel gold dat als je met meer dan 4 was om iets te eten, je eerst had moeten reserveren… anyway, uiteindelijk heeft iedereen daar voldoende calorieën kunnen aanvullen voor het vervolg.

Ergens rond kilometer 75 vonden een drietal deelnemers dat het echt wel te heet geworden was om er nog 40 km bij te doen, en kozen voor een kortere route richting terras. De overigen kregen een beetje verderop een masterclass in het repareren van een tubeless achterband, terwijl een buurtbewoner zo vriendelijk was om onze lege bidons aan te vullen met heerlijk fris water.

Goed bestoft, hier en daar lichtjes verbrand en met de tong een beetje uit de bek (smachtend naar een biertje) reden we dan Aarschot centrum weer binnen. Om terug te kijken op, volgens 1 van de deelnemers “urenlang fietsen in ne speeltuin, zo plezant!”

De grootste uitdaging van de dag was dan misschien nog wel het bekomen van frietjes en aanverwanten; grondige voorstudie had geleerd dat we zeker naar een stuk immaterieel erfgoed moesten gaan, met de naam “Bij Luc en An”. Toegegeven, de uiteindelijk overvloedig aangereikte frieten waren van zeer goede kwaliteit, onze specialist ter zake Nick kon het stoofvlees uitermate appreciëren en ook de veggie snacks gingen smakelijk binnen. Maar de 2 afgevaardigde sta-in-de-rij vrijwilligers zagen toch tal van opportuniteiten om het hele proces wat vlotter te doen verlopen.. al goed dat er in de buurt een openlucht-kwis bezig was, zodat de tijd enigszins zinvol kon vermaakt worden.

Loftrompetten kunnen zeker wel gestoken worden voor de staminee waar we enkele uren spendeerden, met name Café Guidon. Modern volks, een beetje à la Mombassa, met een goede bierkaart, lekkere pasta en een barman voor wie niets te veel moeite was. Aanrader.

Dankbetuigingen gaan alweder naar De Parcoursbouwer, alsook Jan de bandenman en niet te vergeten Koen L. voor het gebruik van zijn handige auto, die de vervoerspuzzel een stuk makkelijker maakte!

(*) Pipi Langkous

Verslag – Leon eert zijn helden – De VDBedevaart

En in ploegsteert zei de paster
‘K wiste van niets
Maar god es van ons p’rochie en riedt met de fiets (1)

Dat moesten we toch eens met onze eigen ogen gezien hebben, dat legendarische dorpje Ploegsteert, waar godenkind Frank Vandenbroucke opgroeide en helaas ook al begraven ligt. Dus een route werd uitgestippeld (“350 zotte kilometers”), Nick voorzag daar ook de nodige aanknopingspunten en een los uurschema bij, proviand werd ingeslagen en moed werd verzameld.

Om 5u, of voor sommigen een paar minuten later, kon er bij het eerste ochtendgloren vanaf Bar Leon koers gezet worden naar het westen. Met 9 waren ze, de lokale helden die ofwel zinnens waren de hele toer te doen, of “wel gingen zien waar het schip strandt”. Over redelijk bekende wegen van zowel Rechter- als Linkeroever ging het al snel over op de fietsostrade richting Gent. Ondertussen vertrok aan het thuisfront de cammionette van Bas, die volgestouwd was met bevoorrading, fietsen, onderdelen, klaptafels, tent en zoveel meer.. en nog veel belangrijker, het fantastische koppel Carla en Jan, die ook nu weer bereid waren de logistieke kant van dit verhaal voor hun rekening te nemen.

Ergens rond Gent begon het te dagen dat de weersvoorspellingen maar deels correct waren: veel nattigheid zou er vandaag niet aan te pas komen (of toch niet in de vorm van hemelwater), maar de wind zou misschien nog wel eens wat strakker kunnen staan dan gedacht. Onversaagd peddelde het peloton voort, in die mate dat het plaatselijke wild niet wist wat het overkwam: een jong konijntje sukkelde flipperkastgewijs op het jaagpad en moet wel 3 tot 4 fietsen “getoucheerd” hebben, alvorens het weer in de kant belandde… volgens ooggetuigen nog min of meer in levende en volledige staat…

In Kanegem was er de eerste echte stop, bij zo’n andere held, of toch zijn standbeeld, met name dat van Briek Schotte. Een fenomenaal ontbijt stond uitgestald aan de voornoemde cammionette, wat dan ook ten zeerste gesmaakt werd. En het zou ook nodig blijken: tussen Kanegem en Ieper was er sprake van wind op orkaankracht, “los op de mulle”. Kurt dacht daar het zijne van en ploegde lustig voort; zodanig dat hij vanalles los uit het wiel reed: de ploegmakkers, maar ook een stel spaken!

Aanzienlijk later dan gepland, en ook al veel meer choco dan gepland, bereikten de 9 het station van Ieper. Daar stonden Carla en Jan alweer trouw op post, en ook Koen en ondergetekende waren daar reeds een tijdje eerder met de trein gearriveerd om in te pikken voor de komende 205 kilometer. Bananen, sandwiches, rozijnenbrood met boter en wine gums moesten de halve lijken weer fietswaardig krijgen, maar voor 2 van hen bracht dat geen soelaas. Bas besloot om af te zwenken richting kust, alwaar hij zich over zijn kroost ging ontfermen; Joris wou nog wel tot Kortrijk geraken, maar dan niet meer op een fiets. Daar kwam de voorzienigheid van Jan tot uiting: hij had zowel zijn fiets als fietstenue meegenomen (“je weet immers nooit”), en een tactische wissel werd uitgevoerd: Joris werd chauffeur, Jan trad toe tot het peloton. Nog even de weerkerende vraag stellen: Waar is Wouter? Antwoord: in een rietveld…

Op naar Ploegsteert dus, nog altijd met een beukende wind die achter elke hoek lag te loeren om fietsers omver te kegelen (wat gelukkig niet gebeurde). Nog even het meest westelijk punt van de route aandoen, namelijk de aanloop van de Kemmelberg, om dan via een haakse bocht met de wind in het gat diezelfde Kemmel opgeblazen te worden.. of toch tot aan de kasseien, waar de 17% stijgingspercentage er bruut inhakten en het voor sommigen (om mezelf niet te noemen) harken tot aan de top werd. Maar het terras wenkte, dat motiveert, en na al draaiend en kerend de taalgrens overgestoken te zijn, kon er geluncht worden. Het Restaurant Café de la grand’place, vroeger uitgebaat door de ouders van VDB, voorzag in spijs en drank. Sommige schotels hadden misschien dan wel het uitzicht alsof er een gesneuveld konijntje in beland was (?), smaken deed het voorwaar.

Vervolgens even een momentje voor het eigenlijke doel van deze tocht: hulde brengen aan het graf van VDB. De uitbundige bende werd op de korte wandeling ernaartoe in een mum van tijd zeer ingetogen en kalm, en na een moment van overpeinzing (en overwegen of het wiel van VDB niet als vervanging voor het kapotte wiel van Kurt kon dienen – nee dus, want van een voorwiel maak je niet zomaar een achterwiel) kon er weer gefietst worden. Het mocht wat vooruitgaan ook, want ondertussen was onze Italiaanse Don Enzo in het charmante gezelschap van twee dames op een terras in Kortrijk aan het wachten om ook nog 150 kilometer mee te fietsen. Het hielp in grote mate dat de neuzen nu oostwaarts stonden, en de wind nog steeds flink zijn best deed vanuit het westen. De jaagpaden lagen wel vol afgewaaide takken, wat soms tot een barrage aan rondvliegend houtwerk leidde… ook hier bleven we gespaard van zwaar materiaalpech en menselijk leed, hoewel Bart toch te kampen kreeg met brekende spaken… “tja, gewoon verder hé”

In Kortrijk vond er weer een soort stoelendans (of is dat dan een zadeldans?) plaats: Joris bleef achter, Jan werd weer chauffeur, Jan’s achterwiel ging dienst doen in Kurt’s fiets en 3 verse krachten versterkten de groep: Enzo, Nathalie en Valérie. Hopla, de Vlaamse Ardennen in, want als je er dan toch bent, dan wil je zeker de Paterberg, Koppenberg, Taaienberg en dies meer opgehobbeld zijn, niet? Op die laatste heuvel moest een volgende held bewierrookt worden, want daarboven staan de bonen van Tom Beenen, nietwaar Nick? 😀  Verder richting Geraardsbergen via de Stokstraat, om de Muur te bedwingen, die mooi in de avondzon lag te blinken. Opnieuw een bevoorradingsmoment, met mattentaartjes of wat had je gedacht! Op dit punt gaf Koen aan dat de benen behoorlijk aan het vollopen waren na de opeenvolging van hellingen, en dat tot Borgerhout fietsen er niet meer zou inzitten. Dus de reservefiets werd uit de cammionette getoverd, Jan weer in tenue, Koen nu als chauffeur, en avant! Oh wacht, Waar is Wouter? Rietveld, juist….

Nog zo’n 90 kilometer te gaan, eerst door het prachtig glooiende Pajottenland. De moraal bleef goed, hier en daar klonk soms al eens een zucht of onderdrukte vloek, maar een bemoedigende knik of klopje op de schouder van een ploeggenoot deed wonderen. Het zag er niet naar uit dat er nog schepen gingen stranden vanavond. De laatste stop kwam al in zicht, in de schaduw van de brouwerij van Mort Subite (was dat een grapje, Nick?) om nog een laatste rijsttaartje te verorberen. Lichtjes werden op de fietsen gemonteerd, want voor den donker binnen rijden ging niet meer lukken. En Wouter? Rietveld en zo (chapeau om dan toch gewoon telkens opnieuw te starten, en die hele rit uit te rijden!)

In gestrekte draf die laatste kilometers wegmalen, de roep van een pintje of tripel werd luider, hier en daar werden er zelfs nog korte spurtjes getrokken alsof we nog maar net vertrokken waren… om dan rond 23u15 het vertrouwde plein op te draaien, elkaar te complimenteren met de geleverde prestatie, opsommen wie er allemaal persoonlijke afstandsrecords gebroken heeft (2/3 van het peloton of zo) om uiteindelijk neer te ploffen in het gezellige cafeetje… waar de moraal ook nog goed bleef!

Pluimen op hoeden voor iedereen die meegereden, meegewerkt, meegesupporterd, meegeleefd heeft. Het was geweldig plezant, en ik kijk al uit naar volgend jaar… ik hoorde iets waaien (pun intended) van een tripje in Holland?

 

 

 

 

 

 

(1) “Ploegsteert” – Het Zesde Metaal

Verslag: De bestorming van de Heistse berg

Om 9u30 bliezen ze “ten aanval”, onze 7 koene ridders, onder een betrokken hemel, waar de eerste zonnestralen voorzichtig doorpriemden. Het te veroveren kampement bevond zich in het zuid-oosten, en was naar het schijnt gepositioneerd op een machtige heuvel. Er sloop tijdens de eerste kilometers dan ook lichte twijfel in de gelederen, hoewel Tom L en Kurt S met een dapper tempo op kop post hadden gevat. Edoch, slechts luttele draflengtes verder kwam er gelukkig al versterking opduiken in de gedaante van ruiter Kasper. Nu was er evenwicht en het vertrouwen in de goede afloop van deze queeste groeide zienderogen.

Langs de oevers van de krinkelkronkelende Grote Nete besloot jonge strijder Nick M zich even te bewijzen door stevig aan te zetten. Maar ongeveer gelijktijdig besloten de weergoden om dit jeugdig enthousiasme te temperen door dreigende wolken te laten verschijnen en dikke druppels over het jaagpad te strooien. Nick liet zich dan maar gauw weer terugzakken in de veilige buik van het kleine peloton.

De verdere tocht richting de Heistse berg verliep voorspoedig, niet in het minste door het kundig mennen van de troepen door Jan. En daar doemde de gevreesde vesting op in de verte… was er een plan? Konden ze gewoon wild naar voren stormen, en aldus de zege snel veilig stellen? Of toch maar beter op verkenning eerst? Op aangeven van Jan en bevestiging van ervaren rotten Tom VR en Koen VB werd besloten tot dat laatste. In gesloten formatie ging het over de Palmbosstraat richting de kasseien, om behoedzaam in een hoekje van het Kerkplein tot beraad over te gaan. Daar werd besloten dat Jan, Kurt en Nick ter versterking in hinderlaag boven op de top zouden achterblijven; de overige vijf zouden met een omtrekkende beweging de berg opnieuw bestormen, nu echter op volle kracht. Het was Tom L die als eerste aanzette; dit verraste Kasper die duidelijk nog op een ander uur leefde, maar toch naar het wiel sprong, fluks gevolgd door Leen. In tweede lijn gaven ook Koen VB en Tom VR hun ros de sporen. In die volgorde bereikten zij de top en zegenvierden!

Zeer tevreden over het verloop van deze bestorming werd de terugtocht naar de taveerne aangevat. Helaas volgde er nog een verplichte pauze halverwege, omwille van een ros dat van verse hoeven moest voorzien worden. Dit kon de overwinningsroes echter niet bekoelen, en in gestrekte draf werd het alombekende estaminet bereikt. Daar wachtte de cavalerie de nodige versnaperingen in de vorm van hompen brood, hardgekookte eieren en bekers bier. Alweer een heerlijk avontuur voor de troepen van Bike Leon!

Davy

 

Noot van de redactie: alle eventuele gelijkenissen met reële gebeurtenissen en/of personages zijn volledig toevallig. Dit verslag is tot stand gekomen in de bossen van Saint-Hubert, met volgende stenografische voorziene info: “8 fietsers, 20 druppels water, 1 platte band, 1 logistieker met veel boterhammetjes, 24 paaseieren met of zonder zout” 🙂 Achteraf bleken het dan wel 9 fietsers geweest te zijn, raadpleeg gerust het RGMC en ondervraag de getuigen naar de al dan niet correcte weergave van de feiten 😀

Verslag: Nog ne leste

Jaja, en zo rap was ie daar al, de allerlaatste rit van dit seizoen. Het dreigde echter een rit in mineur te worden, want toen ondergetekende enkele minuten voor 9u aan onze staminee aankwam, was enkel Jan daar te bespeuren… we hadden ons toch niet vergist van uur zeker, met het verzetten van de klok?!? Maar nee, al gauw doken nog een paar habitués op, en zo konden we met een groepje van zeven de wind tegemoet rijden. We waren nog niet eens in de Helmstraat, of nog 2 dappere coureurs kwamen ons vervoegen. En ook aan den tunnèl kwam Wouter “op den lossen boef” aansluiten, wat maakte dat we met 10 stuks richting Linkeroever konden trekken.

Eens aan de overzijde ging het gezwind onder aanvoering van een paar stoempers langs Expresweg en havenindustrie, om dan de polders rond Verrebroek te doorkruisen. Al gauw werd duidelijk dat de stalen/aluminium/carbon rossen na de rit een poetsbeurt zouden verdienen, want hoewel we het droog gehouden hebben, lagen de wegen er behoorlijk modderig bij… ach ja, dat is dan maar zo.

Verder het Waasland in, om zo via Stekene en Belsele richting de machtige Schelde te keren. Eens het water bereikt was, lag ook de kopwind achter ons (dit stukje heb ik zelf 3 keer moeten herlezen om te zien of het wel klopte 🙂 ) En dan maar in vliegende vaart naar het schoonste zicht van het land: de opdoemende torenspits van onze kathedraal!

Wat leerden we ondertussen onderweg?

  • Dat kinderen een pak meer horen en ook onthouden als ze op de achterbank zitten en de ouders een onbezorgd gesprek voeren voorin…
  • Dat er op 4 november een interessante fuif moet zijn in Nieuwkerken-Waas, afgaande op de schoon affiche
  • Dat geografen vaak weermannen zijn (of was het nu andersom, Nick?)

Quasi klokslag 13u draaiden we de Reuzenstraat weer in, en kon de echte afsluit beginnen. Renate verwelkomde ons hartelijk, en maakte ons het leven makkelijk door met simpele handopsteking de bestelling op te nemen… Westmalle Dubbel, zeven stuks! Er zat ook nog ergens een verdwaalde papegaai tussen, maar dat bleek toch gene volhouder te zijn.

Jan was ondertussen even de boekhouding gaan ophalen, maar kwam met veel meer terug: koffiekoeken, yummie! Merci Jan!! En dan kon gezamenlijk vastgesteld worden dat we dit jaar 2 ex aequos te vieren hebben:

  • Het wereldvermaarde RGMC levert 2 kampioenen op die beiden 27 ritten present gegeven hebben: Tom Van Reybroeck en Bert Leers!
  • Er zijn 2 leonste leonners, want op de piste vorige week konden Kasper en Joren geen afstand van elkaar nemen!

Dan kwam daar de 10-urenclub binnen waaien, in de solo-gedaante van Valérie. Blijkbaar was ze vandaag de enigste, beetje jammer. Misschien hadden we gewoon de laatste rit met slechts 1 vertrekuur moeten afficheren, we nemen het mee naar volgend jaar. Maar chapeau aan Valérie voor volharding, en met plezier deelden we in haar feestvreugde, aangezien het haar verjaardag was. Nogmaals proficiat!

En zo kabbelde de namiddag verder, over volle tot halflege Westmalles, waarbij regenvlagen verhinderden dat we al naar huis konden gaan. De gesprekken kabbelden evenzeer, van vragen van een 8-jarige die al kwam beloven binnenkort (als ‘m groot was) mee te komen rijden, over Keulen via Mönchengladbach (niet simpel na 4 of 5 WM hoor, Koen) naar Donderen. En stilaan haakte de ene na de andere costaud toch af, zodat uiteindelijk de laatste streep onder het seizoen 2023 kon getrokken worden.

Maar niet zonder een feestje natuurlijk! Dus hopelijk tot zaterdag 16 december in Bar Leon! Of eerder, voor een ritje, af te spreken via de B.L.O.G.

Verslag : De Ronde van de Heistse Berg

Bijna klokslag 9 uur, en er staan alweer een 20-tal (ik kan er eentje naast zitten) fijne fietscollega’s klaar voor een opwarmertje voor de Ronde. We verwelkomen een nieuw gezicht (Raoul), zien onze nieuwe penningmeester Koen voor de eerste maal dit seizoen en voor de rest een behoorlijk aantal vertrouwde cousteaus. Het opnemen van de aanwezigheden verloopt een beetje anders dan anders, aangezien Jan de bijkomende vraag moet stellen voor de hoeveelste maal dit seizoen eenieder meerijdt; blijkbaar heeft het notitieboekje de heroïsche rit met flandriense properties van vorige week niet overleeft, en dus zijn de aanwezigheden van de eerste 5 ritten verloren gegaan. Eens het regelmatigheidscriterium online verschijnt, zijn aanvullingen op eer en geweten nog mogelijk natuurlijk.

Op pad dan maar, en het eerste half uur heeft inderdaad een hoog gehalte pad-vinden; we draaien en keren ons een lieve lust door districten, gehuchten en aanverwanten, tot we dan toch aan de Nete belanden. Daar gaat het tempo gestaag de hoogte in, en breekt het peloton in stukken voor het eerste stuk koers van de dag. Nick weet zich na ruim 5 kilometer nog net over Stijn te smijten en steekt de pluim op zijn helm; een pluim die toch net wat minder hard glanst, eens geweten was dat Stijn al om 7 uur op de fiets zat voor een tochtje van 60km, “want ik was dan toch wakker voor Boris en zag weinig nut in nog een uurtje terug in bed kruipen”… een visie die zeker niet gedeeld wordt door een groot deel van de ploeggenoten 😊

Via Gestel en Itegem krijgen we bijna de kerk van Hallaar in zicht (die al wel eens met die van Heist wordt verward, zij het dat de helling ernaartoe slechts een stijging van 1m laat optekenen, een groooooot contrast met de eigenlijke te bedwingen col). Onze generaal was niet meer te houden en vloog gezwind een kruising over. Ondergetekende soldaat wou natuurlijk blindelings volgen, maar dat was buiten de Parcoursbouwer gerekend, die het veiliger achtte even te wachten voor een aanstormend blik-op-4-wielen. Een kop-staartaanrijding was bijgevolg onvermijdelijk, en mij gedwee overlatend aan de wet der traagheid gecombineerd met een zwenkpunt, belandde ik half overkop naast diens prachtige Scott. Excuses werden uitgewisseld, een eerste inspectie bracht geen materiële of lichamelijke schade aan het licht, dus terug in het zadel en rijden maar… Hm, ineens hadden we een vogeltje in het peloton zitten. Blijkbaar was de achterste remschijf van Nick’s bolide toch geraakt en wat paraplu komen te staan, of moeten we eerder zeggen “gevleugeld”. Extra excuses, iets om op de top van de aankomende beklimming verder te bekijken, gas erop!

De allerzwaarste helling van onze provincie scheidt duidelijk het kaf van het koren, ik zou niet kunnen zeggen wie de beklimming de eerste maal als primus bovenkwam wegens in de achterhoede. Wel enkele nieuwsfeiten: iemand heeft last van schimmel aan zijnen top (?!?), Sam zou wel eens het clubrecord gebroken kunnen hebben (was nog onbevestigd bij het ter perse gaan), en voorzitter Tom soleerde voor een 3e maal de helling op.

De terugweg kon ingezet worden. Daarbij werd opnieuw de Nete bezocht, maar deze keer werd er in een strak tempo collectief gekronkeld. Er moest nog wat jus in de benen gehouden worden voor een stevige langgerekte sprint op de fietsostrade richting luchthaven van Deurne. Daar zette Stijn alsnog de puntjes op de i. De allerlaatste sprint richting ’t café leverde nog een paar deelnemers op met een ‘DNF’ achter hun naam; en dan te weten dat de fietsdag eigenlijk nog niet eens halverwege was! Na enkele verfrissingen kwam de vraag wie waar naar het vervolg van de Ronde zou gaan kijken. Een vraag die zichzelf beantwoord zag door toedoen van onze geliefde café-uitbater Bert: met behulp van ladders, toogkrukken, bezemstelen en goed advies van het ondertussen uitgedunde peloton werd de beamer in gang gekregen, en konden we genieten van een wervelend stukje wielergeschiedenis, zowel bij de mannen als bij de vrouwen. En zo kon tegen 18u deze prachtige dag afgerond worden. Dank aan de aanwezigen aan de start, aan de rest van de bezemwagen-crew voor de gezellige namiddag en Renate en Lynn voor het soigneren van de dorstigen. Tot de volgende!

Davy Floes

Verslag : Overtwater

Elk zijn verhaal 

Zoals Karl Vannieuwkerke nogal eens placht te zeggen: “en op het einde van de rit heeft elke coureur zo zijn eigen verhaal”. Ik denk dat dit statement wel opgaat voor de rit van afgelopen zondag. Een luttele 65km stonden er op het programma, maar toch waren deze voldoende om 3,5u aan verhaal op te leveren. 
Onder een lichtgrijze ochtendhemel stonden we met 11 klaar om de eerste keer dit seizoen linkeroever te verkennen (dit aantal contrasteert behoorlijk hard met voorgaande week, toen minstens 25 man present tekende — laat u niet afschrikken door alle Franks en Sabines van deze wereld, het is zelden echt zo nat als ze voorspellen). Blij waren we allemaal om Pieter opnieuw te verwelkomen, die na een lange revalidatie zijn rug eens kwam testen. 
Amper goed en wel vertrokken, of de eerste “plat!” weerklonk al… pechvogel van dienst was Enzo. Met de assistentie van de immer hulpvaardige Jan werd het bandje vervangen en konden we met een kwartiertje vertraging alsnog richting de voetgangerstunnel. En hoera, de liften werkten allebei! De eerste 10km linkeroeverse bodem werden vlot verteerd, tot een eerste helling aantoonde dat Pieter niet enkel zijn rug, maar ook zijn fiets kwam testen… dat beestje had de revalidatie precies wat minder goed doorstaan dan zijn baasje, getuige het tandeloze grote blad en de ketting waaraan je nog wel de was kon ophangen, maar geen 100 watt of meer. Na wat overleg leek het Pieter beter dat hij op eigen tempo zou verder peddelen, dus met een man minder ging het over de aangekondigde boerenbaantjes richting het stukje inheems Toscane… Maar nog voor we daar aankwamen, nam Tom VR net wat teveel tijd om zichzelf te bekijken in een spiegel op de hoek van zo’n boerenbaantje, waardoor de bocht misschien wat verwaarloosd werd, wat resulteerde in een stevige smak gevolgd door wat glijden. Dixit Koen VB: “het was er los over, of onderuit”, waarop hij dus besliste dat tweede te doen, en op die manier Tom en zichzelf van erger behoedde. Bas en ondergetekende konden mits wat magisch freestylen à la Tom Pidcock toch nog recht blijven, zodat het aantal coureurs met een deuk in het vertrouwen beperkt bleef tot 2. Voor Tom leverde het wel wat extra massa in het dijbeen op (dat waarschijnlijk ook wel een aantal mooie kleuren van de regenboog zal krijgen); volgens ons zijn er minder pijnlijke manieren om de bovenbenen wat meer caruur te geven 🙂
Met iets meer terughoudendheid in de volgende bochten, maar toch een gezwinde tred, werd de tocht hervat, in een poging quasi bij opening van het café terug te zijn. Stijn ronselde langs zijn neus weg nog kandidaten voor een ploegentijdrit, in het geval hij telefoon zou krijgen van Els, het schijnt dat beiden over maximaal 14 dagen opnieuw een extra aanwinst voor de volgende generatie Bike Leon mogen verwelkomen.
Een aantal onrustige koerspaarden keek stilletjes uit naar het snelle stuk tussen Bazel en Kruibeke. Helaas, ook dat was ons niet gegund: blijkbaar zijn er werken bezig aldaar, en dit mooie stukje poldergebied was niet toegankelijk. (Bij deze: als er mensen zich geroepen voelen om de wekelijkse zondagsrit al eens te gaan verkennen op voorhand, stem gerust af met onze voorzitter, voor zoverre hij dit niet zelf voor zijn rekening neemt eens de temperaturen weer wat dragelijker worden voor zijn gestel).
Bon, ander plan dan maar, en er werd geopteerd voor het veer tussen Bazel en Hemiksem, om alzo via Polderstad en Blue Gate terug naar Borgerhout te keren. Als verrassing kwam Pieter opnieuw aansluiten aan het veer, maar hij liet ons weer gaan eens goed en wel op rechteroever.
Er is ook nog gekoerst, aan Blue Gate en op Spoor Oost, maar over wie daar de medailles gepakt heeft, heb ik het raden, gezien ik een gezapiger tempo aanhield.
Platte banden waren er nog te melden voor Bas en Pieter, wat ervoor zorgde dat we toch in verspreide slagorde aan Bar Leon arriveerden, voor de eerste welverdiende koffie/trappist/bruiswater/… van dit seizoen.
Wat later kwamen daar ook nog Kasper en Dave binnenwaaien, die gekozen hadden om zichzelf wat af te beulen met een kleine 110km toertocht-wegrit-combo.
Zoals je ziet, altijd wat te beleven onderweg, dus tot volgende week!

Davy Floes

 

Ver-Slag van Waterloo: De mythe

Koen heeft er even op gebroed, maar het is dan ook een struisvogelei geworden: het mythische verslag van de mythische rit naar Waterloo.

In z’n verslag lees je onder andere over de Adelaar van de Appelstraat, extreme standjes, de truc met de bidon, “wat als ge moet kakken” en de “basale functies van het zijn”. De goede verstaander heeft het al begrepen: dit is literatuur met hoofdletter L!

Omdat het layout-werk van Koen eveneens met hoofdletter L is, hebben we ervoor geopteerd om de pdf online te zetten.

De volledige versie  is nog maar een muisklik van je weg:  Ver-slag van Waterloo: De mythe

Verslag Veelbergentocht Aarschot

Alleen vertrokken rond 8:45, werd ik rond Hove voorbij gesneld door Bert en compagnon… Om die dan rond Peulis aan de kant terug te vinden met een afgebroken spaak. Terwijl hij de VWB pechdienst belde, arriveerde ook Tom L.
 
Die was een stevig robbertje aan het bakkeleien met z’n Polar, die hem graag buiten de lijntjes liet rijden. Dus voorgesteld om samen verder te rijden, gezien mijn Wahoo wat gehoorzamer was.

 
Leuk voorgeborchte tot aan de stevige molshopen die ons te wachten stonden. Daar was al snel duidelijk dat Tom eerder in de Vogezen thuis hoort dan hier… Maar allé, ik geraakte toch ook wel boven met een beetje meer gehijg.
 
Alles goed tot aan de Doornbergstaat in Aarschot. Daar vond Tom’s derailleur zijn timing van schakelen niet zo geschikt, en besloot om er maar naast te gaan liggen. Opnieuw een telefoontje naar de VWB, en ik opnieuw alleen verder.
 
 
Een stukje buiten Aarschot zag ik dan in de verte een deerne in Bike Leon kleuren aan de kant staan.. Oei, weer iemand pech? Halvelings: haar gsm was plat en haar prins op het stalen ros was zichzelf wat aan het afbeulen op de langere route. Elkaar terugvinden zou zo wel wat moeilijker zijn, dus dat hebben we dan sms-gewijs even opgelost.
 
Het verdere vervolg was zonder veel noemenswaardige momenten, hoewel bovenkomen op de laatste klim van de dag op de berg van het gelijknamige Heist toch indicaties gaf van mogelijk lichte verzuring en vooruitzicht op stramme spieren morgen.
 
Toprit alweer!
 
Davy

Juryrapport Fotowedstrijd Omsingeling van Nijlen

Onze fotowedstrijd mocht rekenen op talloze inzendingen. Dank daarvoor.

Na rijp beraad selecteerde onze éénkoppige jury de volgende winnaars:

Oscar voor de best acteerprestatie: Koen in ‘De slag van de molen’

 

Oscar voor Beste Kostumering: Samir en Vincenzo

 

Oscar voor meest geavanceerde Visueel Effect: Familie Rams(el)

Oscar for Beste Makeup en Haarstijl: Kasper

Oscar voor beste Scenario
Tevens Kifkif Wisselbeker voor post-koloniale beeldvorming: Els & Stijn

Medaille voor Mellow Meligheid: Kurt S met teddybeer
(Eervolle vermelding voor Kurt S met schaapjes)

Award voor de Asymmetrie: Kurt A

Souvenir Paul Herygers: Garry

Prijs van de Maatschappelijke Bewogenheid: Frederic

Prijs van de Professionele Afwijking: Bram

Meest sociale selfie: Abdullah

Minst sociale selfie: Mathias

Olijke vijftiger van de week: Tom L

Trofee voor Sportverdienste: Mister 32 in’t uur AKA Joren
(“Dat stalletje heb ik niet gezien, waar was dat exact?”)

PS Bij onze foto’s vermelden we geen volledige naam en familienaam. Zo maken we het de CIA, de MOSSAD en de VDAB moeilijker om onze buitenshuize activiteiten op te sporen. 

Mocht er toch iemand snode plannen hebben om ons geld af te troggelen wegens oneigenlijk gebruik van foto’s of portretrechten, geef ons dan een seintje. We verwijderen dan als de wiedeweerga alle compromitterend of complimenterend beeldmateriaal.

Verslag Antwerpse Kasseiklassieker

De Antwerpse Kasseiklassieker is traditioneel de eerste grote afspraak op de Bike Leon kalender. Dit verdient niet alleen een veel te uitvoerige voorbeschouwing, maar ook een belachelijk lang verslag.

Rustig, Pieter De Crem! Iedereen van ons heeft apart gereden. Met behulp van experimentele software zijn we er wel in geslaagd om alle soloritten te synchroniseren alsof ze tegelijkertijd plaatsvonden. Elke gelijkenis met bestaande feiten en figuren berust voor de rest op louter toeval.

Aan de start stonden een twintigtal Leonners. Onder hen ook een aantal rookies, zoals Stan en Mathias. Koen had veel bekijks. Zijn nieuwe fiets was er dan ook ene met een kleine én een grote plaat!

Vroeg vertrekken of laat vertrekken? Een lastige tactische keuze. Later op de dag was er namelijk meer wind, een kleine kans op regen en een grote kans op zondagfietsers. Kasper koos er dan ook voor om nog voor dag en dauw het paashazenpad te kiezen.

Op het Ringfietspad voelde niemand zich geroepen om een chasse patate op te zetten. Het was dan ook nog honderd kilometer naar de aankomst. Mathias rakelde het woord “centurion” op. In de volksmond sprak men van twee volle Crembo’s.

Drie kilometer ver. De eerste kasseistrook. Meteen averij. In de staart van het peloton kust Tom L de kinderkopjes van de Saffierstraat. “Mijn GPS was wat losgekomen”, legde hij achteraf uit. “Dus dacht ik die al rijdend vast te zetten”. “Da’s niet slim”, besefte hij, “zeker niet als je niet ziet dat je een stoepborduur gaat raken”. Da’s inderdaad niet slim. Onze schaduwfavoriet zet uiteindelijk wel z’n weg voort. Dapper!

Op de Reepkenslei in Kontich voelen de topfavorieten hun benen kriebelen. Stenen Stijn en Keien Kurt trekken een eerste keer door. Alleen Koen peddelt verdacht vlot mee in hun wiel. Tom VR was geprikkeld omdat hij – ondanks z’n hoogtestage in de States – niet vernoemd was in de voorbeschouwing. Met veel moeite kan hij nog net aanpikken.

Op de boerenwegen na de Reepkenslei loopt alles terug samen. Het parcours blijkt niet selectief genoeg om hier al een grote schifting door te voeren. Tom VR moet ondertussen wel al met materiaalpech opgeven. Garry durft hardop zeggen wat we eigenlijk allemaal dachten: “Ik wist al langer dat gij een vijs kwijt waart”. Ja, er is nog tijd om te zwanzen in de buik van het peloton.

Kilometer 37. Eén derde koers. De eerste viersterrenstrook van de dag: de Schoonaardestraat in Eikevliet. Een snoeiharde demarrage van onze voorzitter. “Rustig chillen met de gravelfiets”, had die nochtans op de vooravond van de koers beloofd. “Heb ik ook gedaan”, foeterde hij achteraf. “90% van de tijd. Kasseien kan je soms toch maar beter op snelheid pakken”.

Achter Keien Kurt scheurt het peloton in twintig stukken en brokken uiteen. Bob, Stijn, Koen en Kasper vormen het eerste achtervolgende groepje. De rest moet al honderden meters goedmaken. Helemaal achteraan bengelt Nick. Die staat in Ruisbroek-Sauvegarde lang voor de trein. Slecht startuur gekozen dus.

De kasseien volgen elkaar nu in sneltempo op. Keien Kurt geeft er iedere strook een flinke lel op. Terug op het asfalt doet hij het – zoals beloofd – wel rustiger aan. Het veld plooit iedere keer als een accordeon terug bij elkaar.

Zomaar een weetje tussendoor: Syrische Flandrien Abdullah is de enige van ons bij wie de hartslag lager ligt op de kasseien dan op het asfalt voor of na.

Kilometer 50. Halfweg koers. Grote verwarring. De kasseien van de Wielstraat lopen plots dood! Alleen Jonathan durft het aan de koeiendrijfweg te volgen tot aan de grote baan. De rest van de kopgroep maakt rechtsomkeer. Nick en Tom L schieten nog net als eersten het smalle paadje tussen de huizen in. Hoe goed moet de GPS van die laatste nu vast staan? De wedstrijd ligt terug helemaal open!

Op de brug van Temse gaat Kurt S er even bij zitten. Je zou voor minder. Na talloze omzwervingen in de velden rond de Wielstraat ziet hij terug een teken van beschaving! Jammer wel dat de hopman van de tienurenclub z’n compagnons in de steek heeft gelaten. Abdullah dacht even dat hij helemaal alleen op pad moest voor de korte route. Hij sprong dan ook een gat in de lucht toen hij de zussen Rams zag aanstormen.

Op het Hellend Vlak van Temse, een venijnige klim uit de Scheldevallei, gooit Stenen Stijn z’n troefkaarten op tafel. Koen peddelt weer vlot mee naar boven. Wordt die mens ooit moe? Ook Bert en Bart kunnen na een koppeltijdrit komen aansluiten. De beslissing lijkt gevallen.

Kilometer 61. De Beeldstraat in Sint-Niklaas. Misschien wel de zwaarste strook van de dag. Op de meeste kasseiwegen heb je een rug die redelijk berijdbaar is. Hier stuiter je van de ene kant van de baan naar de andere. Stijn kletst er iedereen uit het wiel. In het peloton wordt er gevloekt. “Amai m’n paaseitjes”, horen we iemand zeggen. “En m’n kerstballen” voegt de plezantste van de hoop toe. “Gewoon de vullingen uit m’n kiezen”, zegt Robin. “Niks in vergelijking met de Chemin du Crucifix”, aldus Bas. 

Met een fenomenale krachtinspanning op de Boskouter in Burcht kan enkel onze voorzitter nog bijpikkelen. Een echt kabinetstukje! Samen diepen ze het gat uit langs de Schelde. Allemaal tevergeefs, zo blijkt. Op de beruchte beklimming van de Kennedytunnel komen de meeste kanshebbers terug aansluiten. Herstarten dus op twintig kilometer van de meet.

Op de Benzineweg in Hoboken noteren we een eerste aanval van Nick. Lang houdt die niet stand. Op de kasseien van de Hobokense Polder komen Stijn en Kurt zijn rug al terug tikken. Het valt stil bij de drie. Zo komen ook Kasper, Bob, Garry en Koen terug in de kop van de wedstrijd.

Op de gevaarlijke wegen richting Antwerpen sluiten de heren van dit elitegroepje een gentleman pact. Ze rijden samen naar de meet op de Cogels-Osylei. Er wordt niet meer aangevallen. Uiteindelijk wordt het een titanensprint. Op basis van de finishfoto mag Stenen Stijn de trofee in de lucht steken. Nick en Keien Kurt vervolledigen het podium.

De rest druppelt langzaam binnen op het terras van de Leon  Allemaal lachende gezichten. Straffe verhalen ook. Bieke heeft overheerlijke recuperatietaart gemaakt.  Frédéric tracteert voor zijn 45e verjaardag. De zon schijnt. De sfeer zit goed. 

Om z’n huwelijk te vieren, steekt Kurt de barbeque aan. Tripels, trappisten en Tropico Tropicals worden aangevoerd. Het geroezemoes wordt luider.  Wie het totaal aantal kilo’s van het eindpodium schat, krijgt z’n gewicht in Trappist!

De alcohol en/of de endorfines beginnen z’n werk te doen. De eerste triptraptrops verschijnen op tafel. Judas Priest schalt door de boksen. Er wordt gedanst en gelachen. Bleinen worden vergeten. “’t Valt wel mee”, horen we de andere Tom zeggen met een typische ik-ben-toch-wel-redelijk-hard-gevallen grijns.

Wanneer de flikken de muziek komen afzetten, begint er een spontane zangstonde. “De eenzame fietser” van Boudewijn De Groot. “Bicycle race” ook van Queen. Julie en Valerie brengen Kurt als huwelijkscadeau ook nog een muzikaal eerbetoon. Hun refrein klinkt nog minutenlang over ’t Krugerplein: “Al draagt de Kurt een gouden ring, het is en blijft een lekker ding”.

Bij het krieken van de dag zoekt iedereen z’n bed op. Veel gedokker thuis zit er bij de meesten wellicht niet meer in.

Verslaggeving: Nick
Foto’s: Kurt A, Kurt S, Tom VR, Nick